Werkloosheid – Inschakelingsuitkering – Vreemdelingen – Wederkerigheidsovereenkomst

Krachtens art. 7, § 14, vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 wordt de inschakelingsuitkering enkel aan een vreemdeling betaald indien hij de nationaliteit heeft van een land waarmee België een wederkerigheidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij een erkende vluchteling is of indien hij behoort tot de onderdanen van de landen die zijn opgesomd in de wet van 13 december 1976 houdende goedkeuring van de bilaterale akkoorden betreffende de tewerkstelling in België van buitenlandse werknemers. In arrest nr. 9/2017 van 25 januari 2017 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die bepaling geen schending inhoudt van artt. 10, 11, 16, 23 en 191 Gw., gelezen in samenhang met art. 14 EVRM en met art. 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM.

p 1040 | 9/2017 | | Grondwettelijk Hof