Straf - Bijzondere verbeurdverklaring - Evenredigheid van de straf - Eigendomsrecht

In het arrest nr. 12/2017 van 9 februari 2017 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 43, eerste lid Sw. artt. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang met art. 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM, schendt, maar enkel in zoverre het de rechter ertoe verplicht de verbeurdverklaring uit te spreken van de zaak die heeft gediend om een misdaad of een wanbedrijf te plegen, wanneer die straf dermate afbreuk doet aan de financiƫle toestand van de persoon aan wie ze is opgelegd, dat ze een schending van het eigendomsrecht inhoudt. Het Hof handhaaft de gevolgen van de in het geding zijnde bepaling voor de zaken die reeds het voorwerp hebben uitgemaakt van een definitieve beslissing op de datum van bekendmaking van het arrest in het Belgisch Staatsblad.

p 1240 | 12/2017 | | Grondwettelijk Hof