Gerechtelijk arrondissement Eupen – Functionele mobiliteit – Toepassing op reeds benoemde magistraten

In het arrest nr. 113/2017 van 12 oktober 2017 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 147, derde lid, tweede zin, van de wet van 1 december 2013 «tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde» de artt. 10 en 11 Gw. schendt, gelezen in samenhang met de artt. 151 en 152 Gw., in zoverre het de in de Rechtbank van Koophandel of de Arbeidsrechtbank te Eupen-Verviers benoemde magistraten die voldoen aan de voorwaarden inzake de kennis van de Duitse taal, ertoe verplicht in subsidiaire orde te worden benoemd in de Rechtbank van eerste aanleg en, naar gelang van het geval, in de Arbeidsrechtbank of de Rechtbank van Koophandel.

p 480 | 113/2017 | | Grondwettelijk Hof