Voorlopige hechtenis – Aanhoudingsbevel – Betekening binnen 48 uren
In het Belgisch Staatsblad van 29 november 2017 werd de grondwetsherziening van 24 oktober 2017 gepubliceerd waarbij art. 12 Gw. werd gewijzigd in die zin dat de termijn van vrijheidsberoving zonder rechterlijk bevel werd verlengd van 24 naar 48 uren. Het derde lid van art. 12 Gw. luidt thans als volgt : «Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter dat uiterlijk binnen achtenveertig uren te rekenen van de vrijheidsberoving moet worden betekend en enkel tot voorlopige inhechtenisneming kan strekken.»
Aansluitend hierbij werden in hetzelfde Belgisch Staatsblad eveneens een wet en een koninklijk besluit gepubliceerd die naar aanleiding van die grondwetswijziging verschillende wetten en besluiten aanpassen. Het betreft meer in het bijzonder de wet van 31 oktober 2017 «tot wijziging van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, de wet van 7 juni 1969 tot vaststelling van de tijd gedurende welke geen opsporing ten huize, huiszoeking of aanhouding mag worden verricht, de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt en de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel» en voorts het KB van 23 november 2017 «tot vervanging van de bijlagen bij het koninklijk besluit van 23 november 2016 tot uitvoering van artikel 47bis, § 5, van het Wetboek van Strafvordering».