In zijn arrest nr. 138/2006 van 14 september 2006 heeft het Arbitragehof beslist dat art. 23, eerste lid, van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie de artikelen 10 en 11 G.W., gelezen in samenhang met art. 6.1. E.V.R.M., schendt in zoverre het de strafrechter niet toestaat om, als er verzachtende omstandigheden zijn, de erin bepaalde geldboete op enigerlei wijze te matigen.
Door gebruik te maken van onze diensten, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies (Meer weten).