Straf – Gevangenisstraf – Levenslange opsluiting – Uitsluiting minderjarigen – Werking in de tijd
Krachtens art. 12 Sw., zoals hersteld bij art. 19 van de wet van 15 mei 2006, kan een persoon die op het tijdstip van de misdaad de volle leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt en die uit handen wordt gegeven, niet meer worden veroordeeld tot een levenslange opsluiting of een levenslange hechtenis. In het arrest nr. 91/2017 van 6 juli 2017 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die bepaling geen discriminatie inhoudt van de personen die op het tijdstip van de misdaad nog niet de volle leeftijd van achttien jaar hadden bereikt en die bij een definitieve beslissing zijn veroordeeld tot levenslange opsluiting of levenslange hechtenis, krachtens het op het ogenblik van hun berechting van toepassing zijnde recht. De terugwerkende kracht van een mildere strafwet geldt enkel in zoverre er geen strafrechtelijke einduitspraak is.