Raad voor vergunningsbetwistingen – Verzoekschrift tot tussenkomst – Vervaltermijn
In het arrest nr. 40/2018 van 29 maart 2018 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 4.8.21, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals vervangen bij art. 5 van het decreet van 6 juli 2012 (dus vóór de wijziging bij art. 82 van bij het decreet van 4 april 2014), geen schending inhoudt van de artt. 10, 11 en 23 Gw. De voorgelegde prejudiciële vraag vergeleek de termijn voor het indienen van een verzoekschrift tot tussenkomst van minstens twintig dagen voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen met de termijn voor het indienen van een verzoekschrift tot tussenkomst van dertig dagen voor de Raad van State.
p 1480
| 40/2018
|
| Grondwettelijk Hof