Advocaten – Juridische tweedelijnsbijstand – Pro Deo – Verplichte deelname – Geen dwangarbeid
Met het arrest nr. 41/2018 van 29 maart 2018 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tot gedeeltelijke vernietiging, ingediend door drie advocaten en de Orde van advocaten bij de balie te Brugge, van art. 3 van de wet van 6 juli 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek m.b.t. de juridische bijstand. De verzoekende partijen vroegen de vernietiging van de laatste zin van het nieuwe derde lid van art. 508/7 Ger.W., dat in de mogelijkheid voorziet, voor de Orde van advocaten, om advocaten buiten hun wil op te nemen in de lijst van advocaten die de juridische tweedelijnsbijstand zullen verlenen, voor zover dat noodzakelijk is voor de doeltreffendheid van de juridische bijstand. Die verplichte deelname draagt bij tot het waarborgen van de doeltreffendheid van de juridische bijstand ten behoeve van de meest kwetsbare rechtzoekenden, wat zonder twijfel een doel van sociale solidariteit is. De bestreden bepaling vormt derhalve geen verplichte arbeid. Zij schendt evenmin de vrije keuze van een beroepsactiviteit, het eigendomsrecht, het recht op eerbiediging van het privé en gezinsleven of de vrijheid van handel en nijverheid.