Burgerlijke rechtspleging – Dwangsom – Bijkomende dwangsom – Verhoging dwangsom
In het arrest nr. 60/2018 van 17 mei 2018 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 1385quinquies Ger.W. de artt. 10 en 11 Gw. schendt in zoverre het aan de partij op wier vordering reeds een dwangsom werd opgelegd, niet de mogelijkheid biedt om een bijkomende dwangsom of het verhogen van de reeds opgelegde dwangsom te vorderen indien de partij die op straffe van een dwangsom tot uitvoering werd veroordeeld in gebreke blijft dat te doen, terwijl het aan de veroordeelde partij die een dwangsom opgelegd kreeg, de mogelijkheid biedt om de rechter te verzoeken de dwangsom op te heffen, de looptijd ervan op te schorten gedurende de door hem te bepalen termijn of de dwangsom te verminderen in geval van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen.