Verjaring - Korte verjaring - Toepasselijkheid op overheidsbedrijven
In het op prejudiciële vragen gewezen arrest nr. 88/2007 van 20 juni 2007 diende het Grondwettelijk Hof uitspraak te doen over de grondwettigheid van art. 2272, tweede lid, B.W., dat voorziet in de korte verjaringstermijn van één jaar voor de rechtsvorderingen van kooplieden «wegens de koopwaren die zij verkopen aan personen die geen koopman zijn». In de eerste plaats oordeelt het Hof dat de enkele omstandigheid dat het gaat om een autonoom overheidsbedrijf, zoals Belgacom, niet volstaat om de onderneming uit te sluiten van de toepassing van de korte verjaringstermijn. Daarentegen schendt die bepaling art. 10 en 11 G.W. niet in zoverre zij uitsluitend van toepassing is op rechtsvorderingen voor de levering van koopwaren en niet op rechtsvorderingen voor de levering van diensten.