Straf - Werkstraf - Hoger beroep - Eenparigheid van stemmen
In antwoord op een prejudiciƫle vraag van het Hof van Cassatie heeft het Grondwettelijk Hof bij arrest nr. 147/2007 van 28 november 2007 geoordeeld dat art. 221bis Sv. art. 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het ten aanzien van de beklaagde die in eerste aanleg tot een geldboete van correctionele aard is veroordeeld, de mogelijkheid om in hoger beroep tot een werkstraf van dezelfde aard te worden veroordeeld, afhankelijk stelt van de eenparigheid van de stemmen van de leden van het rechtscollege in hoger beroep. Het Hof wijst erop dat de werkstraf door de wetgever is opgevat als een constructief en kostenbesparend alternatief voor de korte gevangenisstraf en dat de in het geding zijnde bepaling gevolgen heeft die onevenredig zijn met die doelstelling.