Vlaamse bestuursrechtscolleges – Raad voor Vergunningsbetwistingen – Handhavingscollege – Belangenschade – Relativiteitseis – Attentieplicht

Artikel 6 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 mei 2021 heeft het derde lid van artikel 35 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges vervangen. Krachtens die nieuwe bepaling kan de schending van een norm of algemeen rechtsbeginsel enkel tot de vernietiging van de aangevochten bestuurshandeling leiden indien de partij die de schending aanvoert, (1) door de ingeroepen onwettigheid wordt benadeeld (de zgn. «belangenschade»), (2) als die onwettigheid bovendien strekt tot de bescherming van de belangen van die partij (de zgn. «relativiteitseis») én (3) als die partij niet kennelijk heeft verzuimd die onwettigheid aan te voeren op het eerste nuttige ogenblik tijdens de bestuurlijke procedure (de zgn. «attentieplicht»). In arrest nr. 59/2023 van 11 april 2023 toetst het Hof die drie voorwaarden aan het recht op toegang tot de rechter en het recht op bescherming van een gezond leefmilieu. Het oordeelt dat de voorwaarde van de belangenschade die toets kan doorstaan, maar dat dat niet het geval is voor de relativiteitseis en de attentieplicht. Het vernietigt bijgevolg die laatste twee voorwaarden.

p 1640 | 59/2023 | | Grondwettelijk Hof