Pensioenen – Weduwen van oorlogsinvaliden – Reversiepensioen – Voorwaarden – Huwelijk

In arrest nr. 10/2024 van 18 januari 2024 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat artikel 17quater, § 3, 1°, van de wet van 15 maart 1954 betreffende de herstelpensioenen voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog van 1940 1945 en hun rechthebbenden geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het EVRM, in zoverre het niet toelaat een reversiepensioen toe te kennen aan de langstlevende echtgenoot van een oorlogsslachtoffer van wie het huwelijk minder dan tien jaar heeft geduurd, terwijl de totale duur van het samenleven gelijk was aan minstens tien jaar, in de vorm van een feitelijke samenwoning gevolgd door een huwelijk. Het verschil in behandeling veroorzaakt geen onevenredige gevolgen. Het Hof houdt met name rekening met het feit dat wordt beslist te huwen of buiten het huwelijk samen te wonen met kennis van de voor- en nadelen van de ene of de andere vorm van samenleven.

p 1120 | 10/2024 | | Grondwettelijk Hof