Gerechtelijk recht – Vordering in kort geding – Eenzijdig verzoekschrift – Eerlijk proces – Stakingsrecht – Eigendomsrecht

Artikel 584, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in de mogelijkheid om bij eenzijdig verzoekschrift in rechte te treden. De beperking van die mogelijkheid tot een beperkt aantal gevallen wordt verantwoord door de inachtneming van het recht op een eerlijk proces. In een hypothese als die waarover het verwijzende rechtscollege een vraag stelt aan het Hof, draagt die beperking, en in het bijzonder het feit dat de rechtmatige uitoefening van het stakingsrecht op zich geen grond van volstrekte noodzakelijkheid is, eveneens bij tot de bescherming van het stakingsrecht. In arrest nr. 123/2024 van 14 november 2024 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die beperking een billijk evenwicht tot stand heeft gebracht tussen de vereisten van het algemeen belang, in het bijzonder de bescherming van de voormelde grondrechten, en die van de bescherming van het eigendomsrecht.

p 760 | 123/2024 | | Grondwettelijk Hof