Strafzaken – Verzet op burgerrechtelijk gebied – Buitengewone termijn – Tenuitvoerlegging van het vonnis
In arrest nr. 13/2025 van 30 januari 2025 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat artikel 187, ยง 1, vierde lid, in fine, van het Wetboek van strafvordering geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens door het verzet op burgerrechtelijk gebied, binnen de buitengewone termijn, slechts toe te laten zolang het vonnis niet ten uitvoer is gelegd. Met die tussenoplossing heeft de wetgever een billijk evenwicht tot stand gebracht tussen het recht van de bij verstek veroordeelde om te worden gehoord en de patrimoniale belangen van het slachtoffer, die niet tot in het oneindige onbeslist kunnen blijven.
p 1000
| 13/2025
|
| Grondwettelijk Hof