Bijzonder strafrecht – Accijnsmisdrijf – Verbeurdverklaring – Eigendomsrecht

Artikel 30, vierde lid, van de wet van 21 december 2009 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie verplicht de rechter om in geval van een misdrijf de verbeurdverklaring uit te spreken van de accijnsproducten die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, zonder dat hij op grond van verzachtende omstandigheden kan afzien van die straf of die kan matigen. In arrest nr. 11/2025 van 30 januari 2025 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die bepaling het eigendomsrecht schendt in zoverre zij de rechter ertoe verplicht de verbeurdverklaring uit te spreken wanneer die straf dermate afbreuk doet aan de financiƫle toestand van de persoon aan wie ze is opgelegd dat die persoon aan een onredelijk zware straf zou worden onderworpen.

p 1000 | 11/2025 | | Grondwettelijk Hof