Rechten van de mens - Vrijheid van meningsuiting - Vrijheid van onderwijs - Academische vrijheid

N.a.v. beroepen tot vernietiging van het decreet van de Franse Gemeenschap van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs, heeft het Arbitragehof in het arrest nr. 167/2005 van 23 november 2005 uitspraak gedaan over het beginsel en de draagwijdte van de academische vrijheid. Volgens het Hof vloeit deze voort uit de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van onderwijs en houdt ze het beginsel in «volgens welk de lesgevers en de onderzoekers, in het belang zelf van de ontwikkeling van de kennis en van de verscheidenheid van de meningen, een zeer grote vrijheid moeten genieten om onderzoek te verrichten en om in de uitoefening van hun functies hun mening te uiten». De academische vrijheid beschermt de lesgevers op algemene wijze en vereist dat hun onafhankelijkheid t.a.v. de universitaire instelling wordt gewaarborgd. Nochtans is zij niet onbeperkt, daar zij wordt uitgeoefend binnen hetzelfde normatieve kader als de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van onderwijs. Zo houdt zij niet de waarborg van de definitieve toewijzing van dezelfde onderwijsopdracht in, maar opdat zij zou zijn gewaarborgd, is het, bij een voorstel van wijziging van de inhoud van de opdracht, nodig dat er procedurele waarborgen zijn die kunnen voorkomen dat die wijziging in werkelijkheid een dreigement of een drukmiddel vormt die de academische vrijheid belemmert en afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van de lesgevers t.a.v. de universitaire instelling.

p 759 | 167/2005 | | Arbitragehof