Decreet - Werking in de tijd - Terugwerkende kracht
Bij het arrest nr. 180/2005 van 7 december 2005 heeft het Arbitragehof art. 19 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 vernietigd. Dat decreet wijzigde het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen. Het decreet van 22 december 1995 voerde een gewestelijke heffing in op leegstaande, verwaarloosde, ongeschikte en onbewoonbare gebouwen of woningen, en machtigde de steden en de gemeenten op die gewestelijke heffing opcentiemen te heffen. Gelet op de talrijke bezwaarschriften waartoe de gewestelijke heffing aanleiding had gegeven, werd bij de bestreden bepaling in het decreet van 7 mei 2004 bepaald dat de aanslagen voor de jaren 2002 en 2003 als niet bestaande werden beschouwd. Het Hof billijkt deze retroactieve maatregel voor de gewestelijke heffing, maar niet voor de steden en gemeenten, die op grond van de vroegere decretale regeling hadden besloten om voor de jaren 2002 en 2003 opcentiemen op de gewestelijke heffing te heffen; omdat zij aldus verstoken blijven van de inkomsten die ze redelijkerwijs voor die jaren hadden mogen verwachten, zonder dat ze daarnaast nog in een eigen gemeentelijke heffing dienden te voorzien, heeft de decreetgever hun gewettigd vertrouwen beschaamd, zonder in enig compensatiemechanisme voor de door hen ontbeerde financiƫle inkomsten te voorzien.