Inkomstenbelastingen - Vennootschapsbelasting - Stopzettingsmeerwaarde - Inbreng van een algemeenheid van goederen - Toestemming van de minister van Financiën

Bij arrest nr. 175/2008 van 3 december 2008 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat art. 40, § 1, 2°, b), W.I.B. 1964, zoals vervangen bij art. 5 van de wet van 3 november 1976, art. 10 en 11 van de Grondwet schendt. Volgens het Hof is het niet redelijk verantwoord dat bij de inbreng van de algemeenheid van de goederen, in een vennootschap, de toestemming van de minister van Financiën op eensluidend advies van de minister van Economische Zaken of de minister van Middenstand, is vereist vooraleer de gerealiseerde meerwaarde in aanmerking komt voor belastingvrijstelling bij een inbreng van een of meer bedrijfstakken.

p 942 | 175/2008 | | Grondwettelijk Hof