Bestrijding van discriminatie - Bestrijding van racisme en xenofobie

In het arrest nr. 17/2009 van 12 februari 2009 en in de arresten nr. 39/2009, nr. 40/2009 en 41/2009 van 11 maart 2009 heeft het Grondwettelijk Hof zich uitgesproken over een reeks beroepen tot vernietiging ingesteld tegen de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, zoals vervangen door de wet van 10 mei 2007, tegen de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en tegen de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van de discriminatie tussen vrouwen en mannen. Het Hof heeft de beroepen verworpen, onder het voorbehoud evenwel dat sommige begrippen en bepalingen worden geïnterpreteerd op de door het Hof aangegeven wijze. De door het Hof aangegeven interpretaties hebben betrekking op de begrippen «opzettelijke directe discriminatie», «opzettelijke indirecte discriminatie», «intimidatie» en «weigering tot het maken van redelijke aanpassingen voor een persoon met een handicap» die voorkomen in de strafbepalingen van de bestreden wetten. De overige interpretaties betreffen de bepalingen waarbij een verplichting tot schadevergoeding wordt opgelegd ten gevolge van een feit van discriminatie en de bepalingen betreffende het verspreiden van denkbeelden die zijn gegrond op rassuperioriteit of rassenhaat. Andere grieven van de verzoekers, die betrekking hadden op onder meer de ongelijke behandeling van de burgers en de overheid, op de lijst van discriminatiegronden, op het toepassingsgebied van de wetten en op de maatregelen van positieve actie, werden verworpen.

p 1366 | 17/2009 | | Grondwettelijk Hof