Openbaar ministerie - Verhulde tuchtsanctie - Ontstentenis van beroep

In het arrest nr. 27/2009 van 18 februari 2009 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat art. 10 en 11 van de Grondwet worden geschonden doordat tegen de beslissing van een procureur des Konings in verband met de aan een magistraat van het openbaar ministerie toevertrouwde opdrachten geen enkel dienstig beroep kan worden ingesteld, zelfs wanneer een dergelijke beslissing een verhulde tuchtsanctie zou vormen. Die discriminatie vindt haar oorsprong evenwel noch in art. 14 van de R.v.St.-Wet, noch in de artikelen 608, 610 en 1088 Ger.W. Zij vloeit voort uit het feit dat geen enkele bepaling van het Gerechtelijk Wetboek het mogelijk maakt een beroep in te stellen. Volgens het Hof staat het aan de wetgever te beoordelen tot wel type van beroep de beslissing van een procureur des Konings moet leiden in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie en die een verhulde tuchtsanctie zou kunnen vormen, en dat beroep te organiseren binnen de rechterlijke orde.

p 1366 | 27/2009 | | Grondwettelijk Hof