Pensioenstelsels - Pensioen zelfstandigen - Pensioenberekening - Beroepsactiviteit na de ingang van het pensioen
In het arrest nr. 32/2009 besliste het Grondwettelijk Hof dat art. 4 van het K.B. van 30 januari 1997 «betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie», bekrachtigd bij art. 6, 2°, van de wet van 26 juni 1997, art. 10 van de Grondwet schendt doordat zelfstandigen van wie het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat tussen 1 juli 1997 en 31 december 2006, de kwartalen van beroepsactiviteit buiten de grenzen van de toegestane arbeid, waarvoor zij tegen het volle tarief sociale bijdragen hebben betaald gedurende kwartalen die gelegen zijn na de daadwerkelijke ingangsdatum van het pensioen, niet kunnen valoriseren.