Inkomstenbelastingen - Personenbelasting - Berekening van de belasting - Gemeenschappelijke aanslag gehuwden en wettelijk samenwonenden - Vermindering voor werkloosheidsuitkeringen

Bij arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 heeft het Grondwettelijk Hof beslist dat art. 150, eerste en tweede lid, van het W.I.B. 1992, art. 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat die bepaling een verschil in behandeling invoert tussen twee categorieën van personen die op 1 januari 2005 jonger zijn dan 58 jaar, die naast andere beroepsinkomsten werkloosheidsuitkeringen ontvangen en die samenwonen met een persoon die zulke uitkeringen niet ontvangt: enerzijds de gehuwde of wettelijk samenwonende persoon ten aanzien van wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, en anderzijds de persoon die niet gehuwd is noch wettelijk samenwonend. Daardoor heeft die bepaling namelijk tot gevolg dat het belastbare inkomen bedoeld in art. 151, eerste zin, van het W.I.B. 1992, in het geval van de eerstgenoemde persoon, wordt bepaald door diens belastbare inkomen samen te tellen met het bedrag van het belastbare inkomen van de persoon met wie hij samenwoont, zodat het door die bepaling vastgestelde maximumbedrag - waarboven de vermelde belastingvermindering niet wordt toegekend - vlugger zal zijn bereikt dan voor de tweede categorie van personen.

p 1534 | 65/2009 | | Grondwettelijk Hof