Vennootschap - Naamloze vennootschap - Faillissement - Bestuurder - Aansprakelijkheid

Op grond van art. 530, ยง 2, W.Venn. kunnen bestuurders, gewezen bestuurders en feitelijke bestuurders van naamloze vennootschappen onder bepaalde voorwaarden persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van alle op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen, indien zij in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring betrokken waren bij minstens twee faillissementen. Bij arrest nr. 139/2009 van 17 september 2009 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat die bepaling geen schending inhoudt van art. 10 en 11 van de Grondwet, rekening houdend met het gegeven dat de betrokken bestuurders de toegang tot een rechter met volle rechtsmacht is gewaarborgd.

p 598 | 139/2009 | | Grondwettelijk Hof