Inkomstenbelastingen - Vernietiging van de initiële aanslag - Subsidiaire aanslag - Vervaltermijn
In het arrest nr. 158/2009 van 20 oktober 2009 heeft het Grondwettelijk Hof beslist dat art. 356 W.I.B. 1992 art. 10 een 11 van de Grondwet schendt indien het aldus wordt geïnterpreteerd dat het, nadat de initiële belastingsaanslag werd vernietigd, de fiscale administratie toelaat de subsidiaire aanslag aan de beoordeling van de rechter voor te leggen in een nieuw geding, zonder gebonden te zijn aan een vervaltermijn. Aldus geïnterpreteerd dat het de fiscale administratie enkel toelaat de subsidiaire aanslag aan de beoordeling van de rechter voor te leggen tijdens het geding waarin uitspraak wordt gedaan over de nietigheid van de initiële aanslag, schendt art. 356 W.I.B. 1992 art. 10 en 11 van de Grondwet niet.
p 598
| 158/2009
|
| Grondwettelijk Hof