Afstamming - Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap - Echtscheiding door onderlinge toestemming

Bij arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 heeft het Grondwettelijk Hof beslist dat art. 323 B.W., zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, art. 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het aan de moeder en aan het kind wanneer dit laatste meer dan driehonderd dagen na de datum van de feitelijke scheiding van de echtgenoten is geboren, niet de mogelijkheid bood het biologische vaderschap gerechtelijk te laten vaststellen wanneer de echtscheiding van de moeder en van de op basis van de vaderschapsregel vermoede vader van het kind is gebeurd met onderlinge toestemming.

p 599 | 172/2009 | | Grondwettelijk Hof