Woninghuur - Opzegging - Verhuurder - Persoonlijk betrekken van het verhuurde goed - Niet ten uitvoer leggen van opzeggingsmotief - Tegenopzegging door huurder

Bij arrest nr. 189/2009 van 26 november 2009 besliste het Grondwettelijk Hof dat art. 3, § 2, van de Woninghuurwet vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 december 2006, art. 10, 11 en 23 van de Grondwet schendt indien het in die zin wordt geïnterpeteerd dat, wanneer de huurder gebruik maakt van de mogelijkheid van de tegenopzegging bepaald in art. 3, § 5, derde lid, de verhuurder die de huur opzegt om het goed persoonlijk te betrekken, wordt vrijgesteld van zijn verplichting om het motief van de opzegging te realiseren. In die zin geïnterpreteerd dat, wanneer de huurder gebruik maakt van de mogelijkheid van de tegenopzegging bepaald in art. 3, § 5, derde lid, de verhuurder niet wordt vrijgesteld van zijn verplichting om het motief van de opzegging te realiseren onder de voorwaarden bepaald in § 2, schendt die bepaling art. 10, 11 en 23 van de Grondwet niet.

p 638 | 189/2009 | | Grondwettelijk Hof