Inkomstenbelastingen - Personenbelasting - Aanvullende gemeentebelasting - Wettelijke bekrachtiging met terugwerkende kracht

Bij arrest nr. 186/2009 van 26 november 2009 heeft het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernetiging verworpen dat een aantal belastingplichtigen hadden ingesteld tegen art. 2 van de wet van 28 juli 2008 «ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting voor elk van de aanslagjaren 2001 tot 2007 en tot wijziging, met ingang van aanslagjaar 2009, van art. 468 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992». Door de retroactieve werking ervan verhindert de bestreden bepaling belastingplichtigen om van de beroepsinstantie waarbij zij een zaak aanhangig hebhen gemaakt, een vaststelling van ongrondwettigheid te verkrijgen van gemeentereglementen die voor de aanslagjaren 2001 tot 2007 een reglement hadden aangenomen dat het tarief van de genoemde belasting vaststelt, terwijl de overeenstemmende belastbare periode reeds was beëindigd. Volgens het Grondwettelijk Hof is de retroactieve werking onontbeerlijk voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang, berust zij op uitzonderlijke omstandigheden en beantwoordt zij aan dwingende motieven van algemeen belang.