Werkloosheid - RVA - Vertegenwoordiging in rechte - Delegatie

Bij arrest nr. 12/2010 van 18 februari 2010 heeft het Grondwettelijk Hof beslist dat art. 10, achtste lid, van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, niet verenigbaar is met art. 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling het niet mogelijk maakt, met de instemming van het beheerscomité, de bevoegdheid om namens de RVA in rechte te treden voor de arbeidsgerechten, over te dragen aan één of meer personeelsleden, terwijl andere rechtspersonen art. 703, eerste lid, Ger.W. kunnen aanvoeren met betrekking tot hun recht om in rechte te treden. Art. 10, achtste lid, van de voormelde wet van 25 april 1963 kan evenwel ook zo worden geïnterpreteerd dat voor aIle geschillen over rechten ontstaan uit de werkloosheidsreglementering een delegatie van vertegenwoordigingsbevoegdheid mogelijk is voor de geschillen die voor de arbeidsgerechten worden gebracht. In dat geval is er geen schending van art. 10 en 11 van de Grondwet.

p 1453 | 12/2010 | | Grondwettelijk Hof