Gezinsbijslag - Werknemers - Betaling - Verzet - Voorlopige bewindvoerder

In het arrest nr. 21/2010 van 25 februari 2010 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat art. 69, § 3, van de gecoördineerde wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders art. 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het de vader, de moeder, de adoptant, de pleegvoogd, de toeziende voogd, de curator of de rechthebbende toestaat om, naar gelang van het geval, verzet aan te tekenen tegen de betaling van de kinderbijslag aan de moeder, aan de vader, aan het rechtgevende kind of aan de persoon die is aangeduid als bijslagtrekkende in geval van ontvoering van het kind, terwijl dat recht niet toekomt aan een voorlopig bewindvoerder die is aangewezen op grond van art. 488bis B.W.

p 1453 | 21/2010 | | Grondwettelijk Hof