Gerechtskosten - Verwijzing - Sociaal verzekerden - Statutair overheidspersoneel

Volgens art. 1017, tweede lid Ger.W. wordt, behalve wanneer het geding roekeloos of tergend is, de overheid of de instelling, belast met het toepassen van de wetten en verordeningen bedoeld in art. 579, 6º, 580, 581 en 582, 1° en 2°, Ger.W., ter zake van vorderingen ingesteld door of tegen de sociaal verzekerden persoonlijk, steeds in de kosten verwezen. Bij arrest nr. 18/2010 van 25 februari 2010 heeft het Grondwettelijk Hof beslist dat die bepaling art. 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre daarin niet is bepaald dat, behalve wanneer het geding roekeloos of tergend is, de overheid of de instelling belast met het toepassen van de wetten en de verordeningen betreffende de sociale zekerheid van het statutair personeel de openbare sector die gelijkwaardig zijn met de in art. 580, 2°, Ger.W. bedoelde wetten en verordeningen betreffende de sociale zekerheid van werknemers, ter zake van vorderingen ingesteld door de sociaal verzekerden, steeds in de kosten wordt verwezen. Nu die leemte zich bevindt in de aan het Hof voorgelegde tekst, komt het de verwijzende rechter toe een einde te maken aan de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid, omdat die vaststelling is uitgedrukt in voldoende precieze en volledige bewoordingen om het mogelijk te maken dat de in het geding zijnde bepaling wordt toegepast met inachtneming van art. 10 en 11 van de Grondwet.

p 1453 | 18/2010 | | Grondwettelijk Hof