Echtscheiding - Meer dan n vordering - Patrimoniale gevolgen

Art. 1278 Ger.W. bepaalt dat het vonnis of arrest waarbij de echtscheiding wordt uitgesproken, ten aanzien van de persoon van de echtgenoten gevolg heeft vanaf de dag waarop de beslissing in kracht van gewijsde is getreden, en ten aanzien van derden zijn gevolgen heeft vanaf de dag van de overschrijving (eerste lid). Ten aanzien van de echtgenoten, wat hun goederen betreft, werkt het terug tot op de dag waarop de vordering is ingesteld en, wanneer er meer dan n vordering is, tot op de dag waarop de eerste vordering is ingesteld, ongeacht of zij werd toegewezen of niet (tweede lid). Vóór de opheffing ervan bij de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding, bepaalde art. 1284 Ger.W. dat de rechtsvordering tot echtscheiding vervalt door de verzoening van de echtgenoten, tot stand gekomen hetzij na de feiten die deze rechtsvordering hadden kunnen rechtvaardigen, hetzij na het instellen van de vordering tot echtscheiding.

Bij arrest nr. 126/2010 van 28 oktober 2010 besliste het Grondwettelijk Hof dat art. 1278, tweede lid, Ger.W., art. 10 en 11 van de Grondwet schendt indien het aldus wordt geïnterpreteerd dat de patrimoniale gevolgen van de echtscheiding, wanneer er meer dan n vordering is ingesteld, ten aanzien van de echtgenoten terugwerken tot op de dag waarop de eerste echtscheidingsvordering is ingesteld, ook wanneer bij rechterlijke beslissing daterend van vóór 1 september 2007 werd vastgesteld dat de echtgenoten zich na die eerste vordering hebben verzoend in de zin van art. Ger.W., zoals het van kracht was vóór de opheffing ervan bij de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding. Aldus geïnterpreteerd dat de patrimoniale gevolgen van de echtscheiding, wanneer er meer dan n vordering is ingesteld, ten aanzien van de echtgenoten niet terugwerken tot op de dag waarop de eerste echtscheidingsvordering is ingesteld, schendt art. 1278, tweede lid, Ger.W. art. 10 en 11 van de Grondwet niet.