Vreemdelingen - Gezinshereniging van een derdelander met een EU-burger of een Belg - Beslissing van de bevoegde overheid - Termijn

In het arrest nr. 128/2010 van 4 november 2010 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de artikelen 40 tot 47 van de Vreemdelingenwet art. 10 en 11 van de Grondwet schenden doordat de wetgever geen termijn heeft vastgesteld waarbinnen de bevoegde overheden moeten beslissen over een aanvraag tot gezinshereniging van een niet-EU-burger met een burger van de Unie of een Belg, die wordt ingediend via een Belgische diplomatieke of consulaire post in het buitenland en doordat hij evenmin heeft vastgesteld welk gevolg moet worden gehecht aan het uitblijven van een beslissing binnen de voorgeschreven termijn, terwijl art. 12bis van de Vreemdelingenwet wel in een dergelijke regeling voorziet bij een aanvraag tot gezinshereniging met een derdelander.

p 686 | 128/2010 | | Grondwettelijk Hof