Faillissement - Verschoonbaarheid - Wettelijk samenwonende

Bij arrest nr. 129/2010 van 18 november 2010 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat art. 82, tweede lid, van de Faillissementswet art. 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het niet in de mogelijkheid voorziet voor de wettelijk samenwonende die persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde die met hem wettelijk samenwoont, om van zijn verplichtingen te worden bevrijd, terwijl dat wel het geval is voor de echtgenoot van de gefailleerde. Aangezien de vastgestelde leemte zich bevindt in de aan het Hof voorgelegde wet, komt het de verwijzende rechter toe een einde te maken aan de vastgestelde ongrondwettigheid, omdat die vaststelling is uitgedrukt in voldoende precieze en volledige bewoordingen om het mogelijk te maken dat de in het geding zijnde bepaling wordt toegepast met inachtneming van art. 10 en 11 van de Grondwet.

p 894 | 129/2010 | | Grondwettelijk Hof