In zijn arrest nr. 20/2011 van 3 februari 2011 besliste het Grondwettelijk Hof dat art. 318, ยง 1, BW art. 22 van de Grondwet schendt, gelezen in samenhang met art. 8 van het EVRM, in zoverre de vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot van de moeder.
Door gebruik te maken van onze diensten, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies (Meer weten).