Roerende voorheffing - Gereglementeerde vastgoedvennootschap - Vastgoedbevek

Met arrest nr. 63/2016 van 11 mei 2016 vernietigt het Grondwettelijk Hof art. 95 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, dat art. 266, tweede lid WIB 1992 aanvulde met een 4°. Die vernietiging heeft tot gevolg dat dividenden die door een gereglementeerde vastgoedvennootschap worden uitgekeerd, op dezelfde fiscale wijze worden behandeld als dividenden die door een vastgoedbevek worden uitgekeerd. De wetgever had inmiddels, met hetzelfde oogmerk, art. 266, tweede lid, 4° WIB 1992 reeds opgeheven bij art. 53 van de wet van 18 december 2015 houdende fiscale en diverse bepalingen.

p 1598 | 63/2016 | | Grondwettelijk Hof