Ambtenarenrecht – Contractuele personeelsleden – Ontslag – Formele motiveringsplicht

In het arrest nr. 84/2018 van 5 juli 2018 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, in de interpretatie volgens welke zij niet van toepassing is op het ontslag van contractuele personeelsleden van het openbaar ambt, geen schending inhoudt van de artt. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang gelezen met art. 6 EVRM. Anders dan de statutaire ambtenaar is het contractuele personeelslid onderworpen aan de regels die van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomst, volgens welke elke partij eenzijdig een einde kan maken aan de overeenkomst om vrij gekozen redenen. Een contractuele werknemer beschikt over een termijn van een jaar na de beƫindiging van de overeenkomst om bij de arbeidsrechtbank beroep in te stellen. Die termijn biedt hem de mogelijkheid om aan de werkgever te vragen om de redenen van zijn ontslag te kennen.

p 399 | 84/2018 | | Grondwettelijk Hof