Sociale zekerheid – Recht op maatschappelijke integratie – Geïndividualiseerd project – Gemeenschapsdienst – Bevoegdheidsverdeling

Een geïndividualiseerd project was, tot de inwerkingtreding van de wet van 21 juli 2016, enkel verplicht voor de aanvragers van het recht op maatschappelijke integratie die jonger waren dan 25 jaar. De voormelde wet heeft die verplichting uitgebreid tot alle nieuwe rechthebbenden op maatschappelijke integratie. Met het arrest nr. 86/2018 van 5 juli 2018 verwerpt het Grondwettelijk de middelen tegen die uitbreiding (afgeleid uit de artt. 10, 11, 22 en 23 Gw.). Het Hof vernietigt evenwel de artt. 3 en 6, 2°, van dezelfde wet omdat zij de gemeenschapsdienst invoeren in het kader van het voormelde geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, terwijl de tewerkstelling van personen die het recht op maatschappelijk integratie genieten tot de bevoegdheid van de gewesten behoort (art. 6, § 1, IX, 2°/1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen).

p 399 | 86/2018 | | Grondwettelijk Hof