Gerechtelijk recht – Rechtsplegingsvergoeding – Btw op de prestaties van gerechtsdeurwaarders

Wanneer de btw op de gerechtsdeurwaarderskosten voor de betekening van een gedinginleidende dagvaarding wordt gefactureerd aan een eisende partij die btw plichtig is, en in zoverre het geschil waarin zij werd betrokken verband houdt met haar als belastingplichtige uitgeoefende werkzaamheid, is die laatste ertoe gemachtigd die btw af te trekken. In dat geval dient die belasting te worden afgetrokken van de kosten die ten laste zijn gelegd van de in het ongelijk gestelde partij, waarbij de rechter het bedrag van de kosten dient te begroten op de werkelijke kosten (Cass. 15 juni 2007, Arr.Cass. 2007, nr. 330). In het arrest nr. 88/2018 van 5 juli 2018 houdt het Grondwettelijk Hof rekening met die uitlegging om te besluiten dat de artt/ 1017 en 1018 Ger.W., al dan niet in samenhang gelezen met art. 51 BTW-Wetboek, geen schending inhouden van de artt. 10, 11, 170 en 172 Gw.

p 399 | 88/2018 | | Grondwettelijk Hof