Wapenwet – Misdrijven – Verbeurdverklaring – Zaken die toebehoren aan derden

In het arrest nr. 99/2018 van 19 juli 2018 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 8, tweede lid, en art. 23, vierde lid, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 7 januari 2018, de artt. 10 en 11 Gw. schenden in zoverre zij toestaan dat voorwerpen bedoeld in art. 3, § 1, 17°, van de voormelde wet van 8 juni 2006 zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 7 januari 2018 die toebehoren aan derden te goeder trouw die niet bij het misdrijf betrokken zijn, worden verbeurdverklaard, in zoverre zij niet voorzien in de teruggave aan die personen van de verbeurdverklaarde voorwerpen en in zoverre zij niet voorzien in de oproeping van die personen opdat zij zich zouden kunnen uitspreken over de eventuele verbeurdverklaring.