Adoptie – Volle adoptie – Gevolgen vaststelling afstamming vaderszijde

In het arrest nr. 119/2018 van 4 oktober 2018 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de artt. 350, 356 1, tweede lid, en 356 4 BW geen schending inhouden van de artt. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang met art. 8 EVRM t.a.v. een meerderjarige die ten volle is geadopteerd en wiens afstamming van vaderszijde na de adoptie wordt vastgesteld t.a.v. zijn overleden biologische vader. De omstandigheid dat die vaststelling geen gevolgen heeft op vermogensrechtelijk vlak en de principiƫle onherroepelijkheid van de volle adoptie hangen samen met de aard zelf van een volle adoptie, die berust op het beginsel van gelijkstelling van het adoptiekind in de adoptiefamilie volgens het model van de gewone afstamming. Een volle adoptie creƫert een band die vergelijkbaar is met die van een afstamming en die de gevolgen van de oorspronkelijke afstammingsband tenietdoet, onder voorbehoud van de huwelijksbeletsels, en komt in de plaats ervan, o.m. op vermogensrechtelijk vlak.

p 840 | 118/2018 | | Grondwettelijk Hof