Strafvordering – Verval van de strafvordering – Minnelijke schikking – Gebrek aan overgangsbepalingen

In het arrest nr. 63/2018 van 31 mei 2018 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 216bis, ยง 2, eerste lid Sv., zoals gewijzigd bij art. 98 van de wet van 5 februari 2016, bij ontstentenis van een overgangsmaatregel, niet op buitensporige wijze afbreuk aan het beginsel van de voorspelbaarheid van de rechtspleging of aan de legitieme verwachtingen van een categorie van rechtzoekenden. De onmiddellijke toepassing van die bepaling heeft tot gevolg dat een minnelijke schikking in strafzaken vanaf 29 februari 2016, datum van inwerkingtreding van de wet van 5 februari 2016, niet langer kan worden voorgesteld door de procureur des Konings wanneer een eindvonnis is gewezen in strafzaken, zonder de minnelijke schikkingen die geldig zijn gesloten onder de gelding van de vroegere wet, evenwel in het geding te brengen.

p 319 | 63/2018 | | Grondwettelijk Hof