Ruimtelijke ordening – Planschade – Planschadevergoeding – Aankoopwaarde

In het arrest nr. 66/2018 van 7 juni 2018 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 35 van het decreet van het Vlaamse Gewest betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, geen schending inhoudt van het eigendomsrecht. De bepaling schrijft voor dat een schadevergoeding verschuldigd is wanneer een bouw of verkavelingsverbod dat voortvloeit uit een definitief plan een einde maakt aan het gebruik waarvoor een goed oorspronkelijk diende of normaal bestemd was. De vergoeding wordt berekend op basis van de geïndexeerde aankoopwaarde. Uit de totstandkoming van de planschadevergoeding blijkt dat eerst de wetgever en vervolgens de decreetgever geen rekening wensten te houden met prijsstijgingen op de vastgoedmarkt en daarom de rechter niet wilden toestaan de werkelijke waarde van het goed vast te stellen op basis van vergelijkingspunten. Het Hof sluit evenwel niet uit dat de decretale berekeningswijze in bepaalde gevallen afbreuk doet aan de rechten van de betrokken eigenaars, maar het komt de decreetgever toe te preciseren onder welke voorwaarden van de decretale berekeningswijze kan worden afgeweken.

p 319 | 66/2018 | | Grondwettelijk Hof