Advocaat – Btw-lijst cliënten – Beroepsgeheim – Geheimhoudingsplicht administratie

Sedert 1 januari 2014 zijn de diensten verricht door advocaten in de uitoefening van hun geregelde werkzaamheid niet meer vrijgesteld van btw. Als gevolg daarvan worden advocaten verplicht jaarlijks een lijst, met bepaalde informatie over de btw-plichtige cliënten aan wie zij diensten hebben verstrekt, door te geven aan de fiscale administratie. In het arrest nr. 43/2019 van 14 maart 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die verplichting geen schending inhoudt van de artt. 10, 11 en 22 Gw., gelezen in samenhang met de artt. 6 en 8 EVRM en dus verenigbaar is met het beginsel van het beroepsgeheim van de advocaat. De gegevens, opgenomen in de btw listing, hebben in se geen betrekking op activiteiten die de kern uitmaken van de opdracht van de advocaat, aangezien ze geen betrekking hebben op vertrouwelijke informatie die door een cliënt aan zijn advocaat wordt meegedeeld en mogelijk voor de cliënt incriminerend is. De geheimhoudingsplicht die ten aanzien van de btw administratie bestaat (art. 93bis BTW Wetboek) verhindert dat de administratie die informatie doorgeeft aan derden.

p 1480 | 43/2019 | | Grondwettelijk Hof