Inkomstenbelastingen – Nalatigheids- en moratoriuminteresten – Rentevoet

Met het arrest nr. 168/2018 van 29 november 2018 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van de artt. 77 en 79 van de wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting. Die bepalingen wijzigen de berekeningswijze voor de rentevoet van de nalatigheids- en moratoriumintresten in de inkomstenbelastingen. De wijziging is gebaseerd op budgettaire overwegingen, alsook op de noodzaak om speculatie van de belastingplichtige ten koste van de Staat te vermijden. De nieuwe regeling houdt geen schending in van het eigendomsrecht of van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. De berekeningswijze is ook niet van die aard dat zij de nalatigheidsintresten een strafrechtelijk karakter geeft, noch in de zin van het interne recht, noch in de zin van art. 6, eerste lid EVRM

p 880 | 168/2018 | | Grondwettelijk Hof