Dierenwelzijn – Verbod op onverdoofd slachten – Europese Verordening – Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie

Met de arresten nrs. 52 en 53/2019 van 4 april 2019 spreekt het Grondwettelijk Hof zich (voorlopig) uit over de beroepen tot vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 18 mei 2017 en het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 juli 2017, die een verbod op onverdoofd slachten invoerden. In de zaak over het Vlaamse decreet stelt het Grondwettelijk Hof drie prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, vooraleer het zich uitspreekt over de grond van de zaak. Het Grondwettelijk Hof is daartoe verplicht, aangezien er twijfel is over de interpretatie en de geldigheid van de Europese verordening uit 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden. De beroepen tegen het Waalse decreet zijn zonder voorwerp geworden doordat de bepaling over het algemeen verbod op onverdoofd slachten is opgeheven vóór zij uitwerking heeft gehad. Dit verbod is nu opgenomen in het Waalse Dierenwelzijnwetboek. Daartegen kan opnieuw beroep worden ingesteld.

p 40 | 52 en 53/2019 | | Grondwettelijk Hof