Ruilverkaveling – Beslissing ruilverkavelingscomité – Vonnis vrederechter – Geen cassatieberoep

In het arrest nr. 62/2019 van 8 mei 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de artt. 23 en 43 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet geen schending inhouden van de artt. 10 en 11 Gw. Gelet op de specifieke en complexe aard van de ruilverkaveling en de door de wetgever nagestreefde doelstelling om de personen die aan de ruilverkaveling zijn onderworpen zo snel mogelijk rechtszekerheid te verschaffen, en rekening houdende met de waarborgen die aan de belanghebbenden worden geboden om hun bezwaren te doen gelden en de beslissingen van het ruilverkavelingscomité te betwisten, doet de uitsluiting van het cassatieberoep tegen de vonnissen van de vrederechter niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de betrokkenen.

p 119 | 62/2019 | | Grondwettelijk Hof