Registratierechten – Schenking tussen echtgenoten – Wederzijdse handgift – Successieplanning

In het arrest nr. 86/2019 van 28 mei 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 14 van het Wetboek der registratie , hypotheek en griffierechten geen schending inhoudt van de artt. 10, 11 en 172 Gw. in zoverre het wederzijdse giften tussen echtgenoten verschillend behandelt naar gelang van de gehanteerde techniek. Indien de echtgenoten de techniek van de wederzijdse handgiften, wederzijdse bankgiften of wederzijdse onrechtstreekse schenkingen gebruiken, zijn zij voor het ter registratie aangeboden geschrift dat wordt opgesteld ten bewijze van de giften slechts eenmaal registratierecht verschuldigd. Indien zij daarentegen de techniek van de wederzijdse schenkingen hanteren, zijn zij tweemaal registratierecht verschuldigd, aangezien zij, gelet op art.1097 BW, twee authentieke akten ter registratie dienen aan te bieden.

p 120 | 86/2019 | | Grondwettelijk Hof