Wegverkeerswet – Recidive – Verval van recht tot sturen – Examens en onderzoeken – Geen beoordelingsbevoegdheid

Met het arrest nr. 88/2019 van 28 mei 2019 verwerpt het Grondwettelijk Hof de beroepen tot vernietiging van de artt. 11 en 26 van de wet van 6 maart 2018 ter verbetering van de verkeersveiligheid. Die bepalingen wijzigen de regeling van de recidive in art. 38 van de Wegverkeerswet. De wetgever handelt niet kennelijk onredelijk wanneer hij, in een poging om het aantal verkeersdoden te beperken en de maatschappij tegen onverantwoord verkeersgedrag te beschermen, het herstel van het recht tot sturen, naar aanleiding van een verval van het recht tot sturen bij het herhaald plegen van zware verkeersovertredingen, afhankelijk maakt van het slagen voor een theoretisch en een praktisch examen en voor een geneeskundig en een psychologisch onderzoek, zonder daarbij een beoordelingsbevoegdheid toe te kennen aan de rechter.

p 160 | 88/2019 | | Grondwettelijk Hof