Bloeddonatie – Criteria van uitsluiting – Seksueel gedrag met bijzonder risico – Donatie van plasma

Met het arrest nr. 122/2019 van 26 september 2019 verwerpt het Grondwettelijk Hof grotendeels het beroep tot vernietiging van de artt. 8 en 9 de wet van 11 augustus 2017 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid. Het vernietigt evenwel art. 8 van deze wet in zoverre het «mannen die seksueel contact hadden met een andere man» gedurende een periode van «twaalf maanden na het laatste seksueel contact met een andere man» en de aspirant donor wiens «mannelijke partner […] seksueel contact [heeft] gehad met een andere man» gedurende een periode van «twaalf maanden na het beëindigen van de situatie» uitsluit van de donatie van «vers ingevroren plasma» dat door aferese werd afgenomen en dat wordt beveiligd door het in quarantaine te plaatsen. Het Hof handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepaling tot de inwerkingtreding van een wet en uiterlijk tot twee jaar na de bekendmaking van het arrest in het Belgisch Staatsblad.

p 280 | 122/2019 | | Grondwettelijk Hof